ID: 11483
Vosmaer, C. - Beelden en zangen (1876 1e dr.)
€32,50
Geen aanbiedingen geplaatst
Omschrijving
Vosmaer, C. - Beelden en zangen
Leiden, A.W. Sijthoff, 1876, 1e druk
Gebonden, halfleer met gemarmerde platten. Titel en decoraties in goud op de rug
14,5 x 22,5 cm.
256 Bladzijden
ZO GOED ALS NIEUW
De titel komt in de bibliografieën van Vosmaer niet voor !
Omvat:
Geëtste bladen, proza (1 t/m 183),
Idylle, proza (184 t/m 208)
Poëzie (209 t/m 241)
Nieuw jaar 1873
Het tooneel verbeeldt de studeerkamer van den spectator (242 t/m 246)
en
De Syrakusische vrouwen naar Theokritus (247 t/m 256)
Men leest in De geëtste bladen over de schilderijen te Cassel, eene heerlijkheid om te zien, te meer als men Vosmaer over de 26 Rembrandts hoort die er schitteren, (om zijn eigen woorden te bezigen), als men hem hoort over de zegenende Jacob, welke verwonderlijk schoone schilderij hij u terecht met niet veel woorden méer schildert dan de naïef-poëtische taal van den bijbel dien hij aanhaalt.
Men leest er in over de niet minder schoone Brunswijker Galerijen, over Heine, over Lessing; eindelijk over Bilderdijk.
Carel Vosmaer (Den Haag 20 maart 1826 - Territet bij Montreux 12 juni 1888), oomzegger van Jacob Vosmaer, was een Nederlands auteur. Hij was een zoon van Gualterus Vosmaer en Wilhelmina Dana Rademacher. Hij trouwde in 1853 met Abrahamina Cornelia Charlotte Georgette Clant. Hij studeerde in de rechten te Leiden sinds 1844, promoveerde op 18 januari 1851 en vestigde zich als advocaat in zijn geboorteplaats. Van 1853 tot 1856 was hij griffier bij het Kantongerecht te Oud-Beijerland, daarna substituut-griffier, eerst bij Het Hof in Den Haag, in 1866 bij Ge Hoge Raad, totdat hij dit ambt neerlegde in 1873 om verder uitsluitend te leven voor de studie van kunst en letteren.
Vooral zijn 25-jarige betrekking als redacteur van de Nederlandsche Spectator waar hij zijn Vlugmaren onder het pseudoniem Flanor publiceerde is van grote invloed geweest op dit blad en zijn lezers. Aldus ambteloos en onvermoeid werkzaam, werd deze geleerde en minzame kenner van kunst en letteren een man van grote betekenis, totdat zijn gezondheid hem noodzaakte Den Haag te verlaten en herstelling in het buitenland te zoeken. Hij overleed te Montreux op 12 juni 1888.
Zijn naam is ook verbonden aan de postume publicatie van Jacques Perks gedichten uit 1882 waarvoor hij de voorrede en Willem Kloos de beroemde inleiding schreef.
Kosten van verzending (Nederland: € 4,25; Europa: € 11,99) ten laste van koper
Leiden, A.W. Sijthoff, 1876, 1e druk
Gebonden, halfleer met gemarmerde platten. Titel en decoraties in goud op de rug
14,5 x 22,5 cm.
256 Bladzijden
ZO GOED ALS NIEUW
De titel komt in de bibliografieën van Vosmaer niet voor !
Omvat:
Geëtste bladen, proza (1 t/m 183),
Idylle, proza (184 t/m 208)
Poëzie (209 t/m 241)
Nieuw jaar 1873
Het tooneel verbeeldt de studeerkamer van den spectator (242 t/m 246)
en
De Syrakusische vrouwen naar Theokritus (247 t/m 256)
Men leest in De geëtste bladen over de schilderijen te Cassel, eene heerlijkheid om te zien, te meer als men Vosmaer over de 26 Rembrandts hoort die er schitteren, (om zijn eigen woorden te bezigen), als men hem hoort over de zegenende Jacob, welke verwonderlijk schoone schilderij hij u terecht met niet veel woorden méer schildert dan de naïef-poëtische taal van den bijbel dien hij aanhaalt.
Men leest er in over de niet minder schoone Brunswijker Galerijen, over Heine, over Lessing; eindelijk over Bilderdijk.
Carel Vosmaer (Den Haag 20 maart 1826 - Territet bij Montreux 12 juni 1888), oomzegger van Jacob Vosmaer, was een Nederlands auteur. Hij was een zoon van Gualterus Vosmaer en Wilhelmina Dana Rademacher. Hij trouwde in 1853 met Abrahamina Cornelia Charlotte Georgette Clant. Hij studeerde in de rechten te Leiden sinds 1844, promoveerde op 18 januari 1851 en vestigde zich als advocaat in zijn geboorteplaats. Van 1853 tot 1856 was hij griffier bij het Kantongerecht te Oud-Beijerland, daarna substituut-griffier, eerst bij Het Hof in Den Haag, in 1866 bij Ge Hoge Raad, totdat hij dit ambt neerlegde in 1873 om verder uitsluitend te leven voor de studie van kunst en letteren.
Vooral zijn 25-jarige betrekking als redacteur van de Nederlandsche Spectator waar hij zijn Vlugmaren onder het pseudoniem Flanor publiceerde is van grote invloed geweest op dit blad en zijn lezers. Aldus ambteloos en onvermoeid werkzaam, werd deze geleerde en minzame kenner van kunst en letteren een man van grote betekenis, totdat zijn gezondheid hem noodzaakte Den Haag te verlaten en herstelling in het buitenland te zoeken. Hij overleed te Montreux op 12 juni 1888.
Zijn naam is ook verbonden aan de postume publicatie van Jacques Perks gedichten uit 1882 waarvoor hij de voorrede en Willem Kloos de beroemde inleiding schreef.
Kosten van verzending (Nederland: € 4,25; Europa: € 11,99) ten laste van koper